milton taalpatronen

Milton Model – taalpatronen

Hieronder vind je (bijna) alle taalpatronen van het Milton Model.

Milton Model:  De basis

Je kunt al op een heel simpele manier gebruikmaken van het Milton Model door slechts twee elementen te koppelen.

Namelijk: ongespecificeerde werkwoorden en nominalisaties.

Voorbeeld: Voel de groei van vertrouwen.

In bovenstaand voorbeeld is voel het ongespecificeerd werkwoord.

Groei en vertrouwen zijn nominalisaties.

Wil je het nog altijd simpel houden en toch nog wat meer toevoegen? Speel dan met de volgende woorden. Maak een vrije woordenbrij en laat het vloeiend stromen. Probeer dit bijvoorbeeld eens uit met ‘ontspanning’.

  • Terwijl je…
  • Omdat…
  • Wanneer je…
  • Zo gauw je…
  • Wat betekent…

Eeuwige waarheid

  • En alles zal altijd…
  • Iedereen…
  • Nooit…
  • Overal…

Bijvoorbeeld:

  • Iedereen vindt dat jij de juiste persoon voor deze klus bent.
  • Je kunt er alleen maar mee winnen.
  • Iedere intelligente en succesvolle ondernemer weet dat hij trouwe werknemers nodig heeft.
  • Als je een coach neemt ga je echt heel hard vooruit. Iedereen weet dat.
  • Niemand is perfect.

Verloren bewijsvoerder (bronloze vermelding)

Wat je zegt is misschien wel duidelijk en specifiek, maar je zegt niet waar je het vandaan hebt. De bron ontbreekt volledig. Het onderwerp / de referentie wordt namelijk uit de zin gelaten, bijvoorbeeld degene die het vertelt.

  • Het is goed om iedere ochtend twee vitaminepillen van Kruidvat te nemen.
  • Het is goed om dat te doen…
  • Het is goed om nieuwsgierig te zijn.

Lack of referential index (Uitspraken met een onvolledige referentie / ongespecificeerde referentie) (Verwijswoorden)

De referentie (bijvoorbeeld onderwerp, persoon of bron) is er wel, maar het is niet gespecificeerd. De specificaties zijn dus weggelaten.

Voorbeelden van beide patronen:

  • Ze zeggen dat het goed is om iedere ochtend twee vitaminepillen van Kruidvat te nemen.
  • Ze zeggen dat het goed is om dat te doen…
  • Er wordt wel eens gezegd dat…

Ongespecificeerde zelfstandig naamwoorden

In de praktijk kan dit patroon precies hetzelfde zijn als het vorige patroon (lack of referential index). Toch is het anders omdat het ongeveer dezelfde functie vervult als nominalisaties. Unspecified nouns zijn namelijk – net als nominalisaties – vage zelfstandig naamwoorden. Alleen waren nominalisaties ooit werkwoorden.

Mensen, zij/hen, plaats, het, omgeving, cultuur, bepaalde situatie, dingen… Deze zelfstandig naamwoorden zijn erg vaag en totaal niet specifiek. Daarom zijn ze uitstekend te gebruiken ter ondersteuning van het Milton Model, bijvoorbeeld bij ’embedded commando’s’, waarover je verderop meer leert.

  • Je leert nieuwe lessen en nieuwe dingen…
  • Je ziet nieuwe beelden.
  • Je ervaart nieuwe bronnen op nieuwe manieren.
  • Je gaat dingen op nieuwe manieren begrijpen

bijwoorden die dingen soepel en makkelijk maken 

  • Op een natuurlijke manier
  • Natuurlijk, eenvoudig en vloeiend
  • Met het grootste gemak

Suggesties met een open einde

We hebben allemaal potentieel in ons zitten waar we niet bewust van zijn, en ik weet niet hoe dat zich in jou zal gaan uitdrukken.

Bevestigingsvragen (Tag Questions)

Een vraag die je achter een statement plaatst met de bedoeling om de weerstand weg te nemen en de andere persoon juist in te laten stemmen.

Mensen willen het automatisch graag ook oneens zijn met andere mensen. Daarom kun je ook negatieve verwoordingen gebruiken: of niet soms?

  • Het is tijd om te ontspannen, zie je?
  • Dat is gemakkelijk, nietwaar?
  • Je gezondheid is belangrijk, toch?
  • Je kunt het, vind je niet? Juist ja, precies!
  • Je kunt je laptop dichtdoen tijdens de vergadering, simpel toch?
  • Dat is heel makkelijk, niet?

Bevestigingswoorden: conditioneren wanneer er iets gebeurt wat je wil en/of om gerust te stellen

Met deze woorden stel je iemand gerust dat wat er aan het gebeuren is, goed is. Dit kun je bijvoorbeeld tijdens een oefening gebruiken. Bij alles wat tijdens een oefening de goede kant op gaat, zeg je iets zoals:

  • Juist…
  • Heel goed…

Selectieve restrictie-schending

Dit houdt in dat je iets zegt wat in strijd is met de natuurwet. Het gaat erom dat je dingen en wezens menselijke kwaliteiten geeft die ze per definitie niet kunnen vertonen. Bomen kunnen zich niet verdrietig voelen en mannen kunnen niet zwanger worden. Stenen zijn eigenlijk geen huisdieren.

De onbewuste geest van de toehoorder moet dan een manier vinden om logica te vinden in verklaringen als deze, dus het onderbewuste kan de verklaring op zichzelf toepassen. “Bomen kunnen zich niet verdrietig voelen, dus dit moet betrekking hebben op mij.” “De man kan niet zwanger zijn, dus het moet een metafoor zijn.”

Bij het maken van metaforen gebruiken we vaak dit patroon. Het is een krachtige manier om trance te veroorzaken – we kunnen hierdoor geen gebruik meer maken van logica en normale bewuste processen, dus het onbewuste moet ermee omgaan. Het onbewuste weet dat je het niet echt over vlinders hebt, maar over iets dat met het probleem te maken heeft.

Milton Erickson gebruikte dit patroon ooit bij een terminale kankerpatiënt. “Een tomatenplant kan zich goed voelen, Joe…”.

  • De muur kan zich heel goed voelen…
  • Mijn steen zei…
  • Mijn auto weet hoe het daar moet komen…
  • Een vlinder neemt zijn tijd om uit de cocon te komen; hij weet dat er geen haast bij is.
  • De schildpad gaat door, wetende dat hij er uiteindelijk zal komen zolang hij volhardt.
  • Dit artikel heeft je nog niet alles over NLP verteld.
  • Je pen weet hoe het heel eenvoudig selectieve restricties kan schrijven, als je het maar naar de lijnen in je schrift leidt.
  • Omdat dat niet kan, gaat je toehoorder zichzelf automatisch daarvoor in de plaats stellen. “Een tafel kan niet voelen. Alleen mensen kunnen dat.” Hierdoor wordt de boodschap onbewust geaccepteerd.

Heb je ooit (ontdekt)…

Wanneer je iemand iets laat herinneren laat je hem de bijbehorende gevoelens ter plekke opnieuw beleven.

  • Heb je ooit een enorm enthousiasme ervaren toen je eraan dacht om nieuwe vaardigheden te leren?
  • Ben je ooit begonnen met iets nieuws te leren en ontdekte je daarbij hoeveel plezier je daarbij kreeg?
  • Heb je ooit ontdekt dat je echt heel aangetrokken was tot iemand?

Waarom niet… (een open vraag in plaats van een gesloten vraag)

“Waarom neem je er niet nog twee?” In plaats van: “Wil je er nog twee nemen?”

Het verschil zit hem erin dat het ene een open vraag is en het andere een ja/nee vraag is.

Instemmen-omkeren

  •  Je hebt gelijk als je je beseft dat je het niet snapt.
  • Je hebt absoluut gelijk om te DENKEN dat… totdat je je realiseert dat het niet om de prijs gaat.
  • En je hebt gelijk om je te realiseren dat (reframe) het niet om de prijs gaat.
  • Je hebt gelijk, ik zou dat ook niet willen, totdat ik me realiseer dat…
  • Je hebt gelijk, ik zou dat ook niet willen áls de coach heel erg slecht was.
  • Je hebt gelijk, mijn intentie was het volgende…
  • En je hebt gelijk… als je je realiseert dat het niet waar is.

Vooronderstelling, social proof en een open vraag in één

Waarom is het zo dat sommige mensen het inzien, en de meesten niet?

Waarom is het zo dat sommige mensen, mensen die heel intelligent en slim zijn, het inzien en de meesten niet?

Ik doe het werk voor je

Het is heel geruststellend voor mensen om dit te horen, terwijl je helemaal niks extra doet dan wanneer je deze zin niet had gezegd. Je hebt het gewoon over dingen die je sowieso al ging doen.

Enige/laatste mogelijkheid

Als dát niet x verbetert, zal niks dat doen.

Eenvoudige weglating

  • Jij hebt het even helemaal gehad vandaag (empathisch bedoeld).
  • Erg mooi, wat je allemaal zei.
  • Je mag het gerust allemaal loslaten.

Proberen…

Proberen impliceert dat je iets gaat proberen, maar dat je het dus niet feitelijk doet. Op dezelfde manier waarop ‘proberen’ niet hetzelfde is als ‘doen’, is ‘zoeken’ niet hetzelfde als ‘vinden.’ Bovendien zet je er dan meer druk achter dan wanneer je iets niet probeert maar gewoon doet.

Als iemand je onaangekondigd een honkbal toewerpt, zal je het gewoon vangen omdat je onderbewuste zijn werk gewoon doet. Er is een grote kans dat het misgaat als de gooier het constant uitstelt en als hij zegt: “Deze moet je per se vangen, het is heel belangrijk! Je moet echt je best doen en het goed proberen!’

Hier een aantal voorbeelden hoe je alsnog het thema ‘proberen’ op een effectieve manier kunt inzetten:

  • Probeer de verleiding te weerstaan om heerlijk te gaan ontspannen.
  • Probeer dat diepe gevoel van ontspanning te weerstaan terwijl je ademt.
  • Probeer, zo hard als je kunt, je handen te openen en je zult zien dat het niet kan. Probeer het hard, en hoe harder je het probeert, hoe vaster je handen aan elkaar blijven plakken.
  • Probeer de tafel op te tillen.
  • Je ogen staren voor even naar dit object, en je merkt dat je ogen zwaarder beginnen te worden. Hoe meer je staart hoe zwaarder je ogen worden, en ze willen dicht gaan, en probeer ze open te houden. Hoe harder je probeert je ogen open te houden, hoe zwaarder en vermoeider ze worden. Ze willen gewoon dicht gaan, maar houd ze open.
  • Probeer heel hard mij de fles niet te geven (combinatie met omgekeerde psychologie).

Gedachten lezen

Gedachten lezen bestaat zeker! Je kunt het namelijk op positieve en beperkende manieren gebruiken.

De techniek ‘gedachten lezen’  zorgt ervoor dat gedachten, verlangens en gevoelens tot de ontvanger doordringen. Het lijkt alsof je als een feit weet wat de ander denkt. Het is een vrij overduidelijke manier, maar de ontvanger wordt er vrij sterk door beïnvloed, zelfs als je het erg overdreven bij wijze van grap doet.

Voorbeelden:

  • Dat wilt u vast ook wel, toch?
  • Je weet dat je het wilt.
  • Ik weet dat je dit geweldig gaat vinden.
  • Ik weet dat je enthousiast bent om….

Mind reads zijn erg krachtig voor bemoediging, maar ze werken potentieel ook beperkend (gevaarlijk). Het komt veel te vaak voor dat we iets moois aan ons voorbij laten gaan door van te voren onszelf al af te wijzen door een beperkende mind read (Engels woord voor gedachtenlezen) te doen.

  • Die klant wil geen schoenen kopen.
  • Ze willen mij er vast niet bij hebben.

We lezen de gedachten van anderen en doen vervolgens niks. Er is niks mis met mind read en we gebruiken ze te vaak op een zelf-saboterende manier in plaats van een bronvolle manier.

NLP geeft hier begrip over: waarom lezen we gedachten vaak op een zelf-saboterende manier en hoe kunnen we dit positief inzetten?

  • Die klant wil vast schoenen kopen.
  • Ze willen mij er vast graag bij hebben.
  • Ze vinden het vast waardevol als ik iets zeg.

Truismen, oftewel eeuwige waarheden

Truismen (eeuwige waarheden) zijn erg handig in je coaching. Gebruik uitspraken waar iedereen het over eens kan zijn, en dan kun je er een conclusie aan hangen.

Spreekwoorden zijn bijvoorbeeld uitspraken waar iedereen geneigd is om mee in te stemmen. Andere truisms zijn uitspraken die gewoon waar zijn.

Johan Cruijff’s uitspraken zaten vol met truismen:

  • Vaak moet er iets gebeuren voordat er iets gebeurt
  • Er is maar één moment dat je op tijd kunt komen. Ben je er niet, dan ben je óf te vroeg, óf te laat.
  • Je moet schieten, anders kun je niet scoren.

Uitspraken over verschillen in iemands handen spelen bijvoorbeeld in op de waarheid dat het 2 verschillende handen zijn, en daarom natuurlijk anders aanvoelen, terwijl de cliënt daar niet aan zal denken.

‘De meeste mensen ervaren hun ene hand als warmer dan de andere.’

‘Zet je handen op schoot. Ik wil dat je je handen echt voelt. Merk dat een hand anders voelt, of niet, het voelt anders hè? Dat klopt.’ (Logisch. Het is namelijk een andere hand: links en rechts! Maar dat zeggen we niet. Hetzelfde geldt voor andere lichaamsdelen.)

  • De meeste mensen genieten van een warme lentedag.
  • Veel mensen voelen zich goed wanneer ze bepaalde vaardigheden in zichzelf ontdekken.
  • Vroeg of laat zullen je ogen dicht gaan.

Halve vergelijking (Comparative deletion)

Er wordt een vergelijking gemaakt maar de verhoudingen zijn niet duidelijk. Deze uitspraken zijn ook taaltechnisch waar, dus zou je ze ook als truismen kunnen zien.

  • Dit is een betere manier…
  • Dat is min of meer de juiste beslissing.
  • Dit is min of meer de juiste tijd.
  • Het is meer of minder het goede/het beste/beter/ om te doen. En het is beter om het zo te doen. Zou het niet het beste zijn als ik om 9.00 kom?

Modale operatoren (werkwoorden)

Wat zijn modale werkwoorden? Modale werkwoorden zijn de woorden ‘kunnen‘ en ‘moeten‘. Er zijn dus twee verschillende soorten modale werkwoorden.

Regeltjes: Het moet zo gedaan worden. Het is vereist dat…

Mogelijkheden: Je kunt die groei toestaan plaats te laten vinden in je leven. Het is mogelijk…

Zoals je in bovenstaande twee voorbeelden ziet, zijn er twee soorten modale operatoren. De eerste was een modale operator van noodzaak en de tweede was een modale operator van mogelijkheid

Modale werkwoorden type 1: modale werkwoorden van noodzaak

  • Je zou het nu helder moeten zien.
  • Je zou moeten voelen dat het helemaal oké is om in deze ruimte te leren.

Modale werkwoorden type 2: modale werkwoorden van mogelijkheid

  • Je kunt je ogen dichtdoen voor nog meer ontspanning.
  • Deze presentatie is uit zichzelf al van waarde, ongeacht je wel of niet koopt wat ik verkoop.

Tip: Pas op met ‘moeten’… Vervang het door ‘mogen’ of ‘willen’!

Stap één is daar bewust van worden en stap twee is het woord ”moeten” vervangen door ‘willen’ of ‘mogen’. Test het maar eens uit. “Ik moet die nieuwsbrief nog afmaken” is heel anders dan ”Ik wil die nieuwsbrief nog graag afmaken”.

Taalverzachters

Een harde stem wordt direct verzacht als je andere woorden gebruikt

Wist je dat je woordkeus een gigantische invloed heeft op de hardheid of zachtheid van je stem? Met de tips uit dit onderdeel kun je direct je stem verzachten doordat je zachtere woorden gebruikt. Je zal merken dat je stemvolume ook automatisch zachter zal worden.

Je kunt ook de vraag zelf in een statement veranderen, om een letterlijke vraag te voorkomen: “Dat klinkt als een moeilijke situatie. Vertel me hoe het allemaal gebeurd is.”

Nog zachter: “Ik vraag me af wat dat betekent.”

“Ik ben nieuwsgierig, wat is er allemaal gebeurd?”

“Ik vraag me af, wat is er allemaal gebeurd?”

In plaats van ‘waarom’, kun je zeggen: “Wat inspireerde je om… te doen?”

“Zou je…”

Het woordje ‘voorstellen’ (het what if-kader) in combinatie met “Zou je…”: Zou je je kunnen voorstellen dat…

  • “Je zou…”
  • “Misschien…”
  • “Als ik het goed begrijp…”

De cliënt zal het niet gaan weerstaan want het is niet belangrijk. Wat voor gevoel zou jij krijgen als je van iemand hoort: “We moeten praten, er is iets heel belangrijks dat we moeten bespreken.” Of: “We moeten praten.” Dan krijg je waarschijnlijk een zwaar gevoel en kijk je ertegen op. Zeg daarom van te voren dat het niet belangrijk is.

  • Het is echt niet belangrijk of je nou een 8, 9 of een 10 gaat halen morgen.
  • Het is echt niet belangrijk welke van de drie het gaat worden.

Dubbele binding: technieken en voorbeelden van dit psychologisch fenomeen

  • Jullie antwoorden heel goed. Dat betekent óf dat ik een fantastische leraar ben, óf dat ik een fenomenale leraar ben.
  • “Wanneer is het beste voor ons om af te spreken?” Dit is in wezen een vooronderstelling, wat veel subtieler en minder achterhaalbaar is dan een letterlijke dubbele binding.
  • Zullen we hier het contract tekenen OF daar in het kantoor met een lekkere kop koffie?
  • “Het kan me niet schelen of je {positef} of {positief}.”
  • “Het kan me niet schelen of je {positief} of {nog beter}.”

Met bovenstaande voorbeelden voeg je er ook een taalverzachter en omgekeerde psychologie aan toe.

Deze dubbele binding is bijvoorbeeld handig wanneer je cliënt in trance moet raken: “In beide gevallen heb je gelijk. Of je nu denkt dat je het niet kan, of misschien denk je dat je wel kan, in beide gevallen heb je gelijk.”

  • Ik weet niet of je het vroeger of wat later gaat realiseren…
  • Ik weet niet precies hoe je zal merken dat dit inzicht jou het beste helpt. Dat zou je zelf moeten ontdekken.
  • Je vraagt je af welke kant van je lichaam zich als eerste gaat ontspannen.

Wat is de wondervraag?

De wondervraag is een vraag die je stelt waarbij je jezelf of iemand anders aanmoedigt om te ‘doen alsof’. Hierdoor word je sneller geïnspireerd om oplossingen te vinden en te gebruiken.

  • De wondervraag wordt ook wel de droomvraag genoemd. Bovendien staat hij bekend als het ‘what if/as if’-kader:
  • ‘Wat als…’ ‘Stel je voor…’
  • ‘Doe gewoon eens alsof…’
  • Waarvoor kun je de wondervraag (‘doen alsof’) gebruiken?

Als je maar goed genoeg bent in doen alsof je iets kunt, kun je meester worden van iedere vaardigheid.– Milton Erickson

De wondervraag stel je door te beginnen met: ‘Wat als…’ of ‘Doe alsof…’

  • ‘Ik kan niet dansen.’ ‘Wat als je het wel kon? Hoe zou je dan bewegen?’
  • ‘Ik weet het niet.’ ‘Als je het wel wist, wat zou het dan zijn?’
  • ‘Ik kan niet visualiseren.’ ‘Dat kan ik me voorstellen. Doe daarom alsof je het wel zou kunnen.’


NLPro-Groep Kennisbank

Reactie plaatsen